Beknopte biografie zr M.A. Alt.

Margaretha Adriana Alt werd geboren te Den Haag op 22 augustus 1883. Zij overleed te Arnhem op 22 maart 1962. Zij werd 78 jaar.

Toen zijn nog géén 4 jaar oud was stierf haar moeder (na een langdurig lijden) en werd haar opvoeding – samen met haar twee jaar oudere broer – overgedragen aan haar grootmoeder. Ze werd opgevoedt samen met haar twee neefjes, die eveneens hun moeder hadden verloren.

In 1903 vertrok zij op 19 jarige leeftijd als gouvernante (met de Sindoro van de Rotterdamse Lloyd) naar Indonesië –

toen nog Nederlands Indië. In juli 1908 kwam zr. Alt tot bekering en sloot zij zich aan bij de Zevende-dag-baptisten, waar zij ook gedoopt werd in de rivier.

In 1913 werd zij geroepen tot de dienst in Gambang Waloeh, op de helling van het gebergte Sundoro in Midden-Java, om hier onder de Javanen als zendelinge haar arbeid te verrichten. Zij leerde in 4 ½ jaar tijd de Javaanse taal te spreken, lezen en schrijven (zie boek ‘Herinneringen uit mijn leven’ blz. 42 en 43).

Hier wijdde ze al haar krachten aan de steeds groeiende inheemse gemeente. Als enige europese vrouw heeft ze ze haar arbeid verricht voor de periode van 16 jaar.

In de maand juli 1926 werd zij uitgenodigd om een pinkster-conferentie te Soerabaia bij te wonen. Het was de laatste dag van de maand juli 1926 dat zij aldaar de doop met de Heilige Geest ontving. De zaal was meer dan vol en Gods Geest werkte op een zeer bijzondere wijze (zie boek blz. 63).

Hierna reisde zr Alt weer terug naar de bergen, naar Gambang Waloeh om haar gemeente te vertellen van de grote dingen die God gedaan had.

De Here riep haar daarna tot een nieuwe taak. Br. Van Gestel, leider van een grote Pinkstergemeente te Soerabaia verzocht haar tot tweemaal toe om te komen helpen in de arbeid daar ter plaatse.

Op 30 mei 1929 arriveerde zr. Alt met 30 javaanse kinderen te Soerabaia. In februari 1930 verhuisde ze met haar kinderen naar Waroe, een dorp buiten Soerabaia.

Op 1 september 1932 startte ze een eigen op te richten afdeling te Kediri waar ze vier jaren met grote zegen gearbeid heeft.

Het was in januari 1935 dat de Heer zr. Alt na veel gebed aantoonde zich af te scheiden en een nieuwe gemeente ‘De Pinksterzending’ op te richten (zie boek blz. 78). Deze vond plaats te Malang – de vergadering – 22 januari 1935 (Gouden Schoven 11e jaargang – februari 1935 – No. 4 – blz. 18).

Op 17 september 1935 is de Vereniging ‘De pinksterzending’ door de regering erkend als rechtspersoon (Gouden Schoven october 1935 – n. 20). Na 4 jaar arbeid te Kediri vertrok zr. Alt op 1 juni 1936 naar Lawang.

Tot het jaar 1943, dus 8 jaar lang, heeft de Here het werk in Lawang, onder leiding van zr. Alt en haar medewerkers rijk gezegend. Daarna kwam de ‘kamp-periode’ onder de Japanners en later onder de Indonesiërs t/m juli 1946.

Via omzwervingen kwam zr. Alt weer te Soerabia (aankomst 9 september 1946). Na een tijd van gemeente arbeid aldaar vertrok zr. Alt met een team van 6 medewerkers op 30 april 1951 naar Nieuw Guinea [met KPM schip ‘Van Riebeeck”],

waar wij op 11 mei te Manokwari aankwamen, om daar opnieuw zendingswerk aan te vangen, totdat ook daar alle Nederlanders dit gebied moesten verlaten.

Een tijdvak is weer voorbij, de reis naar Nederland ving aan (oktober 1961) om samen met haar medewerkers (o.a. zr. Kooken, zr. Dekkers en het gezin Groeneveld) de arbeid te Arnhem voort te zetten. De familie Sigmond was al eerder in Nederland gearriveerd.

s.s. Zuiderkruis

21-09-61

Hollandia

23-10-61

Amsterdam

312 passagiers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De start was op 1 januari 1962. In de Volle Evangelie Gemeente te Arnhem, opgericht door br. J. Maasbach, begon zr. Alt haar werk. Br. Maasbach had deze kleine gemeente aan haar overgedragen.

Op nieuwjaarsmorgen te tien uur [1962] mochten wij onze eerste samenkomst van de Pinksterzending houden in de mooi versierde zaal van br. Nijboer te Arnhem.

Velen van onze broeders en zusters uit Indonesië en Nieuw-Guinea waren opgekomen, het was een echte ouderwetse pinksterbijeenkomst zoals we die in de tropen gewend zijn.

Br. Van Gestel was met zijn zangkoor helemaal uit Soest overgekomen, allemaal leden van de Pinksterzending uit Surabaia. Ze zongen twee liederen uit Glorieklokken. Na mijn prediking nam br. Groeneveld het woord en daarna gaf schrijfster deze de gehele leiding van de afdeling Pinksterzending te Arnhem over aan deze, onze evangelist. Hij zal deze kring hier voortaan leiden, daar de tijd daarvoor ons ontbreekt.

Er werd besloten dat ondergetekende zich alleen aan de Bijbelcursus zou wijden, welke iedere week in haar huis gehouden zal worden.

Het was een echt gezellig samenzijn, die nieuwjaarsmorgen. Broeders en zusters waren overgekomen uit Deventer, Lochem, Veenendaal en van andere plaatsen rondom. Wij dankten God voor deze gezegende ure.

Een tape van de opgenomen prediking en zang werd met de nodige groeten aan de geliefden in Manokwari de volgende dag naar Nieuw-Guinea opgezonden.

De volgende maand hopen wij u onze verdere reisindrukken mee te delen. Overal ontmoeten wij lieve vrienden van ons werk en dankbare lezers van Gouden Schoven.

De Here zij met u allen!

 

 

 

 

 

Het was van korte duur, want op 22 maart 1962 heeft de Here zijn getrouwe dienstmaagd thuis gehaald. Zr. Alt stierf in het harnas.

De Pinksterzending vond haar voortgang onder leiding van br. D. Groeneveld en br. J. sigmond. Daarna nam br. Gerrits van den Enden de fakkel over. En sinds mei 2003 is br. F. Pathuis voorganger van de Pinksterzending.

Op 24 juni 1974 werd de naam ‘Vereniging de Pinksterzending’ veranderd in ‘Kerkgenootschap De Pinksterzending’. De officiële akte werd getekend door:

–          Br. D. Groeveneld – voorzitter

–          Br. P.N. Ruige – secretaris

–          Br. E.W.C. van der Sluys – penningmeester

–          Dhr. W. Heuff – notaris

Het totaal aantal dienstjaren van zr. Alt als zendelinge was 49 jaar (1913-1962), waarvan 27 jaar in de Vereniging de Pinksterzending (1935-1962).